MOTIE:

Datum: 23 april 2020

Mede-indiener: Maarten Kersten

Samen met: PvdD, SP

Onderwerp: Leiden biodivers en klimaatbestending, samen maken we Leiden groener! Uitvoeringsprogramma 2020-2023

Status: Verworpen

Voor: Partij Sleutelstad, PvdD, SP (8)

Tegen: D66, GL, VVD, PvdA, CDA, ChristenUnie (31)

De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 23 april 2020,

Constaterende dat

  • Het ecologisch advies het college adviseert om de kunstgras in Leiden te beperken, omdat kunstgras een wezenlijk negatief effect heeft op het milieu en biodiversiteit *):
    • Hemelwater kan niet meer worden opgenomen in de bodem, maar wordt verwerkt via het oppervlaktewater
    • Het draagt bij aan droogte- en hittestress;
    • Vervuiling door de infill korrels en micro-plastics
    • Verlies ecologische functie (bijvoorbeeld als foerageergebied voor Groene Specht en Scholekster);

Overwegende dat

  • Negatieve gevolgen van kunstgras op dit moment vooral in termen van mogelijke
    gezondheidsrisico’s (bijv bij rubbergranulaat) worden benoemd, maar dat in raadsvoorstellen geen aandacht wordt besteed aan de negatieve milieu- en biodiversiteitseffecten (zie toelichting);
  • Daardoor een evenwichtige en geïnformeerde afweging van belangen bemoeilijkt wordt;

Verzoekt het college

  • In besluitvorming heel duidelijk de gevolgen van kunstgras voor milieu- en biodiversiteit te benoemen en dit in raadsvoorstellen op te nemen;
  • Sportverenigingen actief te wijzen op deze negatieve gevolgen voor milieu- en biodiversiteit en afspraken te maken over compensatie van verlies ecologische functie en het tegengaan van vervuiling door kunstgras en kunstgrasinfill.

Martine van Schaik (Partij voor de Dieren)
Antoine Theeuwen (Socialistische Partij)
Maarten Kersten (Partij Sleutelstad)

*) Zie p26 van “Ecologische kansen in de gemeente Leiden. Investeren in een basiskwaliteit natuur”. 

 

Toelichting:

Het Beleidskader Sport en Gezondheid (2019) gaat summier in op mogelijke gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat en benoemt dat er milieuschade kan ontstaan door deze rubberkorrels. Er worden daarom geen nieuwe velden met rubberinfill aangelegd. Er is echter geen aandacht voor de negatieve gevolgen van het veld zelf (dus even los van het infilltype). Negatieve gevolgen als hittestress, gevolgen voor de waterinfiltratie, vervuiling door microplastic als het verlies van fourageergebieden voor dieren wordt niet benoemd. Dit patroon zien we ook terug in het raadsvoorstel voor een kredietaanvraag voor de aanleg van een kunstgras voetbalveld in sportpark Morskwartier I (2018). De overwegingen gaan alleen in op de voordelen van kunstgras en er wordt alleen aandacht besteed aan de gezondheidsrisico’s van het sporten op rubbergranulaat. Ook hier worden milieuschade (denk aan vervuiling door microplastics), hittestress of verlies aan fourageergebied niet benoemd, laat staan meegewogen.

Het Contourenplan Buitensportaccodomaties vermeldt nog minder over negatieven gevolgen van kunstgras. In het tekst bij het raadsvoorstel staat simpelweg vermeld dat verenigingen soms kunstgras wensen omdat zij knelpunten ervaren.

Om een weloverwogen en geinformeerde beslissing te maken over de wenselijkheid van de aanleg van kunstgrasvelden, is het nodig dat raadsleden over alle relevante informatie beschikken; zowel de
positieve effecten voor de sporters/ verenigingen, maar ook de negatieve gevolgen voor milieu, biodiversiteit en gezondheid. Dit voorstel roept het college op om ook systematisch de negatieve gevolgen te belichten.