Schriftelijke vraag:
Indiendatum: 6 mei 2025
Antwoorddatum: 8 juli 2025
Indiener: Eli de Graaf
Schriftelijke vragen van Eli de Graaf (Partij Sleutelstad) aan het college van Burgemeester en Wethouders over een vaste en zichtbare marktmeester voor de beste markt van Nederland (ingediend: 06-05-2025) Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ontvangen dag maand jaar):
De Leidse marktcommissie heeft zich onlangs in een brief wederom uitgesproken voor de terugkeer van een vaste marktmeester op de centrummarkt rondom de Nieuwe Rijn en de Botermarkt. In die brief wijst zij op structurele knelpunten in de huidige werkwijze, waaronder het gebrek aan consistentie, de afwezigheid van een vast aanspreekpunt, gebrekkige handhaving en het verlies aan marktkennis. De brief wordt gesteund door een enquête onder marktondernemers: van de 67 stemmers gaf niemand aan tegen de terugkeer van de marktmeester te zijn.
Leiden heeft de beste markt van Nederland. De afgelopen jaren hebben er regelmatig incidenten plaatsgevonden en is er verschillende keren onrust geweest onder marktkooplui. De (tijdelijke) oplossing om accenten van de marktmeester onder te brengen bij de gebiedsmanager heeft dit niet kunnen stoppen. Ook de inzet van BOA’s vult deze leemte niet. Wat nodig is, is de terugkeer van een zichtbare en vaste marktmeester.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid De Graaf (Partij Sleutelstad) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
- Is het college bekend met de brief van de marktcommissie waarin opnieuw wordt gepleit voor de terugkeer van een marktmeester?
- Is het college op de hoogte van de enquête onder marktondernemers, waaruit blijkt dat 67 van de 67 respondenten vóór herinvoering van de marktmeester zijn?
- Is het college het met de PS-fractie eens dat de signalen van de marktcommissie serieus genomen moeten worden?
- Deelt het college de mening dat de markt een belangrijke publiekstrekker is en baat heeft bij structurele en herkenbare aanwezigheid van gemeentelijk toezicht en aanspreekbaarheid?
- Herkent het college de geschetste knelpunten, waaronder gebrekkige handhaving, gebrek aan consistentie en onduidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk is?
- Welke maatregelen neemt het college momenteel om deze knelpunten aan te pakken?
- Hoe wordt geëvalueerd of het onderbrengen van taken van de marktmeester bij de gebiedsmanager effectief is gebleken?
- Is het college bereid om opnieuw een vaste en zichtbare marktmeester aan te stellen? Zo nee, waarom niet?
Schriftelijke vragen van Eli de Graaf (Partij Sleutelstad) aan het college van Burgemeester en Wethouders over een vaste en zichtbare marktmeester voor de beste markt van Nederland (ingediend: 06-05-2025) Antwoord van Burgemeester en Wethouders (verzonden 8 juli 2025):
De Leidse marktcommissie heeft zich onlangs in een brief wederom uitgesproken voor de terugkeer van een vaste marktmeester op de centrummarkt rondom de Nieuwe Rijn en de Botermarkt. In die brief wijst zij op structurele knelpunten in de huidige werkwijze, waaronder het gebrek aan consistentie, de afwezigheid van een vast aanspreekpunt, gebrekkige handhaving en het verlies aan marktkennis. De brief wordt gesteund door een enquête onder marktondernemers: van de 67 stemmers gaf niemand aan tegen de terugkeer van de marktmeester te zijn.
Leiden heeft de beste markt van Nederland. De afgelopen jaren hebben er regelmatig incidenten plaatsgevonden en is er verschillende keren onrust geweest onder marktkooplui. De (tijdelijke) oplossing om accenten van de marktmeester onder te brengen bij de gebiedsmanager heeft dit niet kunnen stoppen. Ook de inzet van BOA’s vult deze leemte niet. Wat nodig is, is de terugkeer van een zichtbare en vaste marktmeester.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid De Graaf (Partij Sleutelstad) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
- Is het college bekend met de brief van de marktcommissie waarin opnieuw wordt gepleit voor de terugkeer van een marktmeester?
Antwoord: Het college is bekend met de brief en de inhoud daarvan. - Is het college op de hoogte van de enquête onder marktondernemers, waaruit blijkt dat 67 van de 67 respondenten vóór herinvoering van de marktmeester zijn?
Antwoord: Het college is op de hoogte van de uitkomsten van de enquête. - Is het college het met de PS-fractie eens dat de signalen van de marktcommissie serieus genomen moeten worden?
Antwoord: Het college neemt de zorgen en signalen van de marktcommissie serieus. Op donderdag 5 juni jl. heeft een gesprek plaats gevonden tussen de marktcommissie, de burgemeester en de wethouder. Hier zijn deze zorgen en signalen besproken. - Deelt het college de mening dat de markt een belangrijke publiekstrekker is en baat heeft bij structurele en herkenbare aanwezigheid van gemeentelijk toezicht en aanspreekbaarheid?
Antwoord: Het college ziet de markt als een belangrijke publiekstrekker en is eveneens voorstander van een goede en herkenbare aanspreekfunctie voor de marktondernemers. De markt vervult een belangrijke sociaal-maatschappelijke en economische functie binnen de stad. Zie verder het antwoord op vraag 5 en 6. - Herkent het college de geschetste knelpunten, waaronder gebrekkige handhaving, gebrek aan consistentie en onduidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk is?
Antwoord: Het college herkent de situatie dat de gemeente vanuit meerdere organisatieonderdelen in contact staat met de marktondernemers. De meeste contacten lopen via handhaving,
vergunningverlening en economie. Het college snapt dat het soms lastig kan zijn voor ondernemers om de juiste persoon te benaderen. Het college herkent echter niet de genoemde gebrekkige handhaving en inconsistentie. Sinds de nieuwe marktopstelling per januari 2025 is de inzet vanuit handhaving geïntensiveerd en zijn wij frequenter aanwezig. Het blijkt dat dit niet alle zorgen heeft weggenomen. Momenteel onderzoeken wij hoe wij ons nog beter kunnen verhouden tot de aanwezige knelpunten. Zie verder het antwoord op vraag 6. - Welke maatregelen neemt het college momenteel om deze knelpunten aan te pakken?
Antwoord: Het college vindt het belangrijk dat er voor de marktondernemers een duidelijk aanspreekpunt is voor dagdagelijkse zaken en de knelpunten die zij ervaren. Het is van belang dat dit
aanspreekpunt goed bereikbaar is en goed in verbinding staat met de marktondernemers. Momenteel onderzoeken wij de mogelijkheden om een dergelijk aanspreekpunt te organiseren en in te richten. Het college acht het daarbij van belang om zo’n aanspreekpunt naast vergunningverlening en handhaving te organiseren, zodat deze rollen gescheiden en zuiver blijven. De invulling van zo’n aanspreekpunt is daarmee anders dan de vroegere marktmeester waar deze verschillende functies in één persoon samen kwamen. - Hoe wordt geëvalueerd of het onderbrengen van taken van de marktmeester bij de gebiedsmanager effectief is gebleken?
Antwoord: De taken van de marktmeester zijn niet ondergebracht bij de gebiedsmanager. De gebiedsmanager werkt in opdracht van de gemeente vanuit het CML aan het vergroten van de levendigheid van het hele Nieuwe Rijngebied. Hij heeft een aanjagende rol in het verbeteren van de samenwerking en communicatie tussen de gemeente, horeca, retail en marktondernemers. Dit is een ander takenpakket dan de voormalige marktmeesters hadden. - Is het college bereid om opnieuw een vaste en zichtbare marktmeester aan te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: In het verleden is er bewust voor gekozen om de functies van vergunningverlener en handhaver – die samenkwamen in de marktmeester – te scheiden. Het college hecht er aan deze rollen zuiver te houden en te scheiden. Het wederom aanstellen van een marktmeester in die vorm acht het college daarom niet wenselijk. Wel ziet het college het belang van een vast aanspreekpunt voor marktondernemers. Zie verder het antwoord op vraag 6.