MOTIE:
Datum: 13 april 2021
Mede-indiener: Maarten Kersten
Onderwerp: Verordening doelgroepen woningbouw Leiden 2021
Status: Verworpen
Voor: Partij Sleutelstad, SP, PvdD, LP (8)
Tegen: D66, GL, VVD, PvdA, CDA, CU (31)
De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 8 en 13 april 2021,
Constaterende dat:
- De doelgroepenverordening als doelgroepen 20% sociale huur en 15% midden-huur definieert, maar daarbij de minimale instandhoudingstermijnen beperkt tot 20, resp. 15 jaar.
- Dat de drie Leidse corporaties tot grote tevredenheid van het college voor hen die instandhoudingstermijn als “oneindig” in stand houdt, d.w.z. tot betreffend wooncomplex ophoudt te bestaan
- Dat het college dit principe in de thans voorgestelde concept-verordening niet verplicht wil stellen voor commerciële particuliere bouwers, investeerders en andere projectontwikkelaars
Overwegende dat:
- Gemeente bij het maken van afspraken met hierboven genoemde investeerders niet voor niets de instandhoudingstermijnen als eis heeft gesteld ter bescherming van de zwakste groepen in de maatschappij en op de woningmarkt.
- Deze bouwers dus net als genoemde corporaties genoemde voorwaarden van de gemeente tekenen.
- Dat er geen enkele reden is om de zgn. “Vrije Markt” een voorkeurspositie te geven boven de toegelaten instellingen als corporaties e.d.
Verzoekt het college:
- Onderstaande bepalingen van artikel 4 van de Doelgroepenverordening Woningbouw van de Gemeente Leiden, ook van toepassing te verklaren bij en te willen toevoegen aan de Huisvestingsverordening, de Uitvoeringsagenda Wonen en de Woonvisie.
- Lid 1: Sociale huurwoningen, corporaal én commercieel particulier, dienen gedurende niet zoals voorheen een termijn van tenminste 20 jaar na de eerste ingebruikname voor de maximale huurprijsgrens, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid beschikbaar te blijven, maar conform het huidige beleid van de corporaties “oneindig”, d.w.z. zolang deze woningen bestaan en voor volkshuisvesting van de meest huurhulp-behoevenden en minst verdienenden van de maatschappij kunnen/moeten dienen.
- Lid 2: Middeldure huurwoningen dienen gedurende niet slechts een termijn van tenminste 15 jaar na de eerste ingebruikname voor de maximale huurprijsgrens, zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid beschikbaar te blijven, maar conform artikel 4, lid 1 hierboven: zolang deze woningen bestaan en voor volkshuisvesting van middelsociale bevolkingslagen (w.o. starters e.a.) kunnen/moeten dienen.
- Lid 3: De onbeperkte instandhoudingstermijn voor sociale huurwoningen zoals genoemd in het eerste lid, en de woningen uit de 15%-contingenten van de midden-huur, gelden zowel voor toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Woningwet, als voor particulier en/of commercieel verhuurde complexen van minimaal 34 woningen.
Maarten Kersten (Partij Sleutelstad)
Toelichting:
Wij willen, net als de Leidse corporaties, dat er in het geval van particuliere sociale huurwoningen niet al na 20 jaar wordt “uitgepond” en idem ook de midden-huur niet na 15 jaar, en ook niet dat de gemeente of een corporatie een commercieel verhuurd complex (minimaal 34 woningen) dan zou moeten gaan kopen. Als wij als gemeente een overeenstemming sluiten met een particuliere investeerder/projectontwikkelaar, zoals bijvoorbeeld een nogal veeleisende investeerder bij de vertrouwelijke (?) inspraakreacties , dan dient zo’n woningbouwpartner van de gemeente zich eenvoudigweg aan ónze eisen te houden. Dus willen we niet dat Leiden zich al bij voorbaat neerlegt bij een aantal “no-go’s” van vertegenwoordigers van de door haar zo geprezen en vrijgehouden “vrije markt”. Conform de inspraakbrief van de drie Leidse corporaties bij monde van en uit de pen van oud-wethouder Gerda van den Berg willen wij ook de woningen in de commerciële particuliere sociale huur en midden-huur niet beperkt, maar “oneindig” (term Van den Berg), d.w.z. tot einde bewoning van dat complex in die doelgroep-categorie houden en daarmee een onbeperkte instandhoudingstermijn creëren. Dus daarmee garanderen voor de doelgroepen waarvoor de gemeente garant wil staan, en waarvoor de gemeente het sociaal en voor midden-huur bedoelde contingent in het betreffende bouwproject bedoeld en vergund heeft.
Waarom ook een motie:
Er wordt momenteel op ons verzoek nog juridisch uitgezocht of dat niet ook op de weg ligt van de Woonvisie, Uitvoeringsbesluit of Huisvestingsverordening (die we dan via een motie kunnen laten wijzigen), en dat alleen een amendements-wijziging in voorliggende de conceptverordening dus niet voldoende zou zijn en onderlinge strijdigheid van verordeningen zou creëren. Het efficiëntst zou het dan ook zijn als we dat in al deze verordeningen tegelijk doen. Daarom dienen we amendement (zie separaat document) alsnog ook nog voor multipurpose gebruik als motie in.