Indiendatum: 29 mei 2019
Door: Maarten Kersten
Op 27 mei 2019 lazen wij in het Leidsch Dagblad het artikel onder de kop “Vinden van een sociale huurwoning duurt steeds langer”.1) Wie op zoek is naar een sociale huurwoning in de regio Holland Rijnland, moet steeds meer geduld oefenen. De druk op de huurmarkt neemt toe, constateert Holland Rijnland Wonen in de jaarrapportage over 2018.
Opmerkelijk is dat gemeenten nauwelijks gebruik maken van de het zogeheten lokaal maatwerk, waarbij ze een kwart van de vrijkomende sociale huurwoningen mogen toewijzen aan de eigen inwoners. Dat gebeurde in 123 gevallen, terwijl er ruimte was voor 846.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Kersten (PS) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
- Maakt het college in Leiden gebruik van het zogeheten lokaal maatwerk voor onze Leidse burgers? Zo ja, is daar optimaal gebruik van gemaakt? Zo nee, waarom niet?
- In wat voor gevallen/categorieën wordt wel gebruik gemaakt van lokaal maatwerk en in welke niet?
- Als het percentage in Holland Rijnland Wonen, met vele kleine gemeenten die traditioneel veel lokaal toewijzen, bijna 15% toewijzingen op de mogelijke toewijzingen betreft, hoe is dat percentage dan in Leiden?
- Hoe denkt het college deze situatie in Leiden te gaan verbeteren en op welke termijn?
Bronvermelding:
1) Vinden van sociale huurwoning duurt steeds langer LD, 27-05-2019
Antwoorddatum: 16 juli 2019
1. Maakt het college in Leiden gebruik van het zogeheten lokaal maatwerk voor onze Leidse burgers? Zo ja, is daar optimaal gebruik van gemaakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja, Leiden maakt gebruik van lokaal maatwerk. De vraag suggereert dat de inzet van (meer) lokaal maatwerk gunstig is voor de slagingskans / wachttijd voor Leidse woningzoekenden. Met de inzet van lokaal maatwerk zouden bepaalde doelgroepen binnen Leiden kunnen voorgaan, maar een gevolg daarvan is dat andere – ook Leidse – woningzoekenden langer moeten wachten. Deze groep wordt daar dan weer door benadeeld. De verdeling van sociale huurwoningen is nu eenmaal een verdeling van schaarste. Daarnaast is, volgens de regels van Holland Rijnland, lokaal maatwerk bedoeld om lokale volkshuisvestelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Het is dus nadrukkelijk niet bedoeld om simpelweg eigen inwoners voor te trekken. De afspraken moeten gemotiveerd zijn uit lokale volkshuisvestelijke doelstellingen die in een woonvisie zijn vastgelegd.
Het lokale maatwerk biedt ruimte voor experimenten, bijvoorbeeld om de doorstroming te bevorderen. Deze experimenten kunnen er aan bijdragen dat het woonruimtesysteem zich vernieuwt en aanpast aan de veranderende omstandigheden. Het maximaal aandeel lokaal maatwerk is vastgesteld op 25%. Het is niet verplicht de 25% lokale beleidsruimte in te zetten, het is een lokale keuze. Veel lokale beleidsdoelstellingen kunnen ook gehaald worden met de bestaande regionale regels uit de regionale Huisvestingsverordening
De Leidse corporaties zetten lokaal maatwerk in voor pilots en experimenten, bijzondere projecten zoals Student in de wijk, doorschuiven binnen de wijk en wisselwoningen, en labelling op leeftijd anders dan de leeftijdsgrens zoals opgenomen in de regionale Huisvestingsverordening.
Naast het ‘reguliere’ lokaal maatwerk (van max. 25%) mogen corporaties bij nieuwbouw deze sociale huurwoningen de eerste keer ook met lokaal maatwerk verhuren. De bedoeling van lokaal maatwerk nieuwbouw is dat woningcorporaties een nieuwbouwwoning vooral kunnen aanwenden voor het laten doorstromen van (eigen) huurders. De woning die deze huurders achterlaten wordt vervolgens verhuurd via het regionale woonruimteverdeelsysteem. Zo kan nieuwbouw gericht een rol vervullen bij het realiseren van bijvoorbeeld doelstellingen voor doorstroming.
2. In wat voor gevallen/categorieën wordt wel gebruik gemaakt van lokaal maatwerk en in welke niet?
Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1.
3. Als het percentage in Holland Rijnland Wonen, met vele kleine gemeenten die traditioneel veel lokaal toewijzen, bijna 15% toewijzingen op de mogelijke toewijzingen betreft, hoe is dat percentage dan in Leiden?
Antwoord: Uit cijfers van Holland Rijnland blijkt dat in 2018 gemiddeld 3,7% via lokaal maatwerk toegewezen is. Leiden heeft in 2018 3,8% via lokaal maatwerk toegewezen. Leiden zit dus een
fractie boven het gemiddelde in Holland Rijnland. Deze aantallen blijven ver onder het maximum van 25%. Ook de voorgaande jaren kwam het gemiddelde percentage van Holland Rijnland en Leiden ver onder de 25% uit. In 2016: 6,1% Holland Rijnland t.o.v. 5,0% Leiden. Over 2017: 8,0% Holland Rijnland t.o.v. 5,8%Leiden.
Het beeld dat u schetst dat veel kleine gemeenten veel lokaal toewijzen herkennen wij niet in de cijfers. Er zijn twee gemeenten die boven de 10% lokaal maatwerk toegewezen hebben in 2018:Leiderdorp 13,2% en Zoeterwoude 12,5%. Een gemeente (Noordwijk) zit op 8,7%. De overige negen gemeenten zitten net als Leiden op of onder de 5%. Alle gemeenten zitten ver onder de 25%.