Indiendatum: 18 februari 2021
Door: Maarten Kersten
Met de meeste jongeren[1] in Leiden gaat het gelukkig goed. Maar er zijn ook kinderen en jongeren met wie het (tijdelijk) minder goed gaat en die – bijvoorbeeld als gevolg van corona – psychische problemen ervaren. Een deel van hen heeft (jeugd)hulp nodig. Het is belangrijk dat die hulp op het juiste moment beschikbaar is en aansluit bij de behoefte van het kind of de jongere. Want elk kind heeft recht op een omgeving waarin het veilig kan opgroeien en zichzelf kan ontwikkelen.
De vraag naar jeugdhulp is de afgelopen jaren flink gestegen, ook in de Leidse regio. 1 op de 10 jongeren in Leiden (0-22 jaar) ontvangt inmiddels jeugdhulp. En hoewel er extra geld vanuit het Rijk beschikbaar is gekomen, lukt het Leiden niet om met dit budget uit te komen. Recent heeft het college gemeld dat uit een voorlopige prognose blijkt dat de jeugdhulpkosten in 2021 verder toenemen.[2]
De PvdA, D66, Partij Sleutelstad, VVD, GroenLinks, Leiden Participeert, CU en CDA maken zich zorgen over bovengenoemde ontwikkelingen. Daarom hebben wij ons de afgelopen periode nader laten informeren over de Leidse en landelijke situatie. Zo vond op verzoek van de commissie Onderwijs en Samenleving een rondetafelgesprek jeugdhulp plaats op 2 december 2020 met als doel nieuwe inzichten te creëren ten behoeve van de doorontwikkeling van de jeugdhulp. Daarnaast hebben we ons tijdens de door de Leidse regio georganiseerde informatiebijeenkomst ‘doorontwikkeling jeugdhulp’ op 20 januari jl. laten informeren over de laatste stand van zaken in de regio. Tot slot voerden wij gesprekken met diverse professionals. Al deze informatie heeft geleid tot deze schriftelijke vragen aan het college.
In de Leidse regio zijn veel ontwikkelingen gaande. Een groot deel van de aanbevelingen uit onderzoek en van experts hebben een plek gekregen in ons beleid:
- Een goede aanpak begint met een goede visie en duidelijk plan dat met alle relevante partijen in de regio is opgesteld. In onze regio heeft dit traject reeds plaatsgevonden.
- Een praktijkondersteuner huisartsenzorg voor de jeugd (POH jeugd) kan helpen met snelle, kortdurende en lichte hulp. Onze regio experimenteert hiermee in verschillende pilots. De werkwijze heeft een plek gekregen in de opdracht voor de toegang tot de jeugdhulp.[3]
- De hulp bieden we zoveel mogelijk in de omgeving van het kind. In onze regio worden goede afspraken gemaakt tussen bijvoorbeeld de jeugdhulp, het onderwijs en andere relevante partijen.
- Huisartsen en het onderwijs hebben een vast contactpersoon vanuit het Jeugdteam.
- Duidelijke regievoering bij ingewikkelde zaken is belangrijk. De vernieuwing van de toegang leidt onder andere tot casusregie bij complexe casuïstiek en veiligheidszaken.
- Experts adviseren te zorgen voor consistent beleid over meerdere jaren (5 tot 7 jaar), omdat dit zorgt voor de juiste (financiële) prikkels. Onze regio heeft gekozen voor meerjarige afspraken met de optie tot verlenging.
Tegelijkertijd realiseren wij ons dat we er nog niet zijn. De (jeugd)hulp aan onze jongeren (en sommige ouders) moet en kan beter. De beschikbare middelen moeten effectiever worden ingezet om te zorgen dat jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit proces van verbetering zal meerdere jaren in beslag nemen. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid te stimuleren dat verbetermaatregelen zo snel en goed mogelijk worden doorgevoerd en merkbaar het verschil maken voor jongeren. In dat licht moeten deze schriftelijke vragen worden bezien.
Op grond van artikel 45 van het Regelement van Orde stellen de leden Van der Jagt (PvdA), Halilović (D66), Kersten (PS), Voorwald (VVD), Rowaan GL), Jitan (LP), Krol (CU) en Bleijie (CDA) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen over de jeugdhulp.
Algemeen – Basisinformatie
Het college heeft toegezegd voorafgaand aan de bespreking van de Kadernota in gesprek te gaan met de commissie Onderwijs en Samenleving over het niveau waarop de gemeente hulp en diensten kan leveren als het gaat om Wmo en Jeugd (wettelijke en niet wettelijke taken). De wethouder bereidt daarvoor een discussienota voor.
1. Is het mogelijk de betreffende notitie in april aan de commissie Onderwijs en Samenleving aan te bieden en in mei te bespreken?
Normalisatie
Tijdens een rondetafelgesprek op 2 december jl. gaf een van de experts, Jo Hermann, aan dat slechts 1 op de 5 jongeren baat heeft bij de jeugdhulp die zij ontvangt; bij 4 op de 5 jongeren had geen jeugdhulp ook gewerkt. Experts benoemden hierbij het risico dat jongeren die dringend hulp nodig hebben op een wachtlijst terecht komen, omdat een groot deel van het budget al is ingezet voor lichtere jeugdhulp.
2. Is dit voor het college een herkenbaar beeld? Kan het college een toelichting geven op de situatie in de Leidse regio?
In de Leidse regio kijken we naar de kansen en mogelijkheden van het kind en het gezin. We stimuleren jeugdhulpaanbieders om hulpverlening te laten aansluiten bij het ‘normale leven’, ongeacht de hoeveelheid specialistische hulp die nodig is in het gezin.
Tijdens het rondetafelgesprek zijn twee goede voorbeelden nader toegelicht. In Zeeland is een project gestart om kinderen die normaal gesproken residentieel behandeld zouden worden, thuis te laten behandelen door een hulpverlener. In Limburg zijn jeugdigen van de wachtlijst voor residentiële jeugdzorg afgehaald en thuis behandeld. Dit leidde ertoe dat 90% van deze jongeren uiteindelijk niet hoefde te worden opgenomen. Volgens experts kan dit bereikt worden door het stelsel te vereenvoudigen en goede generalisten (met korte lijnen naar specialisten) in te zetten voor deze hulp.
3. Dit uitgangspunt is benoemd in de opdracht voor de toegang tot de jeugdhulp. Welke aanvullende prikkels zijn ingebouwd om te zorgen dat alle jongeren waar mogelijk ambulant en door generalisten, en waar nodig door specialisten worden geholpen? Ziet het college mogelijkheden om extra prikkels toe te voegen om deze manier van werken te stimuleren?
Experts benoemden dat de ‘diagnosedrift’ en medicalisering van problemen moet worden teruggedrongen. Als kinderen niet in ‘het systeem’ passen, moeten we de systemen aanpassen in plaats van het kind. We moeten voorkomen dat we van een kind of jongere een ‘patiënt’ maken. Dit vraagt om een andere manier van denken bij professionals, maar bijvoorbeeld ook bij ouders. Volgens experts vraagt het niet alleen om een bestuurlijk gesprek, maar ook om een maatschappelijke discussie.
4. Wat vindt het college van deze constatering van experts? Is het college voornemens een maatschappelijke discussie hierover op gang te brengen? Zo ja, op welke wijze?
Tijdens het rondetafelgesprek gaven jongeren aan dat professionals in hun beleving nog te veel naar hun ouders luisteren in plaats van naar de jongeren zelf. Deze manier van werken kan ertoe leiden dat
de hulp die wordt ingezet (veel) zwaarder is dan nodig. Zeker in die gevallen waarin jongeren alleen behoefte hebben aan contact en het ontmoeten van leeftijd- en/of lotgenoten. Bovendien kan het ertoe leiden dat een ouder de hulpverlener manipuleert en dit een negatief effect heeft op (de hulp aan) het kind.
- Op welke wijze waarborgt het college dat de stem van kinderen en jongeren duidelijk wordt meegenomen bij het in de praktijk bepalen van wat nodig is om te voorzien in de behoeften van kinderen en jongeren?
- Op welke wijze zet het college in op ontmoeting tussen jongeren met (beginnende) problemen en leeftijdsgenoten en/of ervaringsdeskundigen? Wat is de stand van zaken van de toezegging om met diverse partijen in gesprek te gaan over de behoefte aan en mogelijkheden voor een inloopplek voor jongeren met psychische problematiek?[1]
Als gevolg van de financiële tekorten nemen de wachtlijsten toe.[2] Dat geldt met name voor de specialistische jeugdhulp. Daar zijn de wachtlijsten bij sommige aanbieders inmiddels opgelopen tot meer dan een jaar. Om verdere overschrijdingen van budgetten zoveel mogelijk te voorkomen, zijn budgetplafonds ingesteld. De bestuurders van de Leidse regio geven aan dat jongeren – zodra dit plafond bereikt is – niet worden geholpen, tenzij er sprake is van een acute situatie.
- Wat is de definitie van ‘acuut’? Hoe wordt bepaald of er sprake is van een acute situatie? Bij de specialistische jeugdhulp geven professionals veelal aan dat er sprake is van een acute situatie die kan leiden tot een verslechtering indien te lang wordt gewacht met het bieden van hulp. Op welke wijze worden deze conclusies meegenomen in de besluitvorming?
- De inzet is om jongeren die op een wachtlijst staan overbruggingszorg te bieden indien zij dit nodig hebben. Hebben de partijen die overbruggingszorg bieden hier voldoende capaciteit voor beschikbaar? Kunt u uw antwoord toelichten?
- Welke mogelijkheden ziet het college om de groei van de wachtlijsten een halt toe te roepen? In hoeverre draagt de nieuwe inkoop van jeugdhulp hieraan bij? Welke wachtlijstduur wordt acceptabel geacht?
Wonen
Het hebben van een eigen woonplek zorgt voor een stabiele basis. In grote delen van Nederland is sprake van een woningtekort. Dat geldt ook voor Leiden en de Leidse regio. Er zijn afspraken gemaakt om extra woonplekken te realiseren, zowel in Leiden als met de regiogemeenten. Diverse kwetsbare groepen doen een beroep op (met name) sociale huurwoningen. Zo ook de jongeren die uit de (residentiële) jeugdhulp willen stromen. Een deel van de jongeren verblijft langer in de residentiële jeugdhulp dan nodig wegens een gebrek aan geschikte woonplekken. Uit landelijk onderzoek van onderzoeksbureau AEF blijkt dat achterblijvende uitstroom één van de redenen is voor de oplopende kosten in de jeugdhulp.
- Is het college bereid samen met de andere gemeenten uit de Leidse regio de woonbehoefte voor kwetsbare groepen – waaronder jongeren uit de (residentiële) jeugdhulp – voor de komende jaren in beeld te brengen en de uitkomst mee te nemen in de afspraken met corporaties en andere verhuurdersorganisaties? En met aanbieders, corporaties en andere verhuurdersorganisaties afspraken te maken over de benodigde begeleiding?
Jongeren zelf geven aan dat een contingentwoning voor hen de enige optie is en willen zich graag eerder kunnen inschrijven voor zo’n woning. Argument dat zij hierbij gebruiken, is dat zij niet – net als andere jongeren – langer bij hun ouders kunnen wonen.
- Wat vindt het college van de suggestie van jongeren om ze de mogelijkheid te geven zich eerder in te schrijven voor een huurwoning?
Uit onderzoek is gebleken dat het merendeel van de dak- en thuisloze jongeren bekend is in de jeugdzorg en bij andere instanties. Zo heeft 60% van de dak- en thuisloze jongeren een verleden in de jeugdzorg.
- Hoe zorgt het college er samen met gemeenten in de Leidse regio, aanbieders en andere relevante partijen voor dat jongeren die op hun 18e jaar niet langer jeugdhulp ontvangen alsnog in een kwetsbare positie terecht komen en na verloop van tijd alsnog dak- of thuisloos worden?
Contractering
Tijdens het rondetafelgesprek gaf één van de experts aan dat administratieve lasten voor 20% van de kosten zorgen. In de Leidse regio is het uitgangspunt de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden. Hiertoe neemt de Leidse regio een aantal maatregelen, waaronder het werken met dezelfde zorgcontracten. Tijdens de informatiebijeenkomst is aangegeven dat elke gemeente met een eigen (back office) systeem gaat werken (dat ook de basis vormt voor de monitoring).
- Is het college bereid te bekijken of in de Leidse regio met hetzelfde systeem kan worden gewerkt, om op die manier bij te dragen aan een uniforme uitvraag en het zoveel mogelijk beperken van de administratieve lasten?
Uit meerdere onderzoeken en gesprekken blijkt dat het voor de jongere en ouders/verzorgers wenselijk is één vast aanspreekpunt te hebben. Dit is in lijn met het principe 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur.
- Kan het college bevestigen dat dit belangrijke element in de hulpverlening onderdeel gaat vormen van de sturing en monitoring?
Overig
Tijdens het rondetafelgesprek is (het rijk van) Nijmegen genoemd als een van de goede voorbeelden. In die regio heeft een brede oriëntatie op de best werkende modellen plaatsgevonden. De uitkomsten zijn meegenomen bij de inrichting van de jeugdhulp.
- Wat denkt het college te kunnen leren van deze werkwijze?
[1] Voor de leesbaarheid van deze schriftelijke vragen wordt gesproken over ‘jongeren’. Het gaat in de praktijk om kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-22 jaar.
[2] Brief van het college van 12 februari 2021.
[3] Dit is nodig, ook omdat een deel van de huisartsen niet weet wat een POH jeugd voor hen kan betekenen.
[1] Toezegging tijdens de raadscommissie Onderwijs en Samenleving op 27 oktober jl.
[2] https://www.leidschdagblad.nl/cnt/DMF20210215_27252217
Antwoorddatum: n.v.t.
Nog niet beantwoord.