Schriftelijke vragen n.a.v. uitspraak rechtbank Noord-Holland over bijstandsgerechtigden die gedwongen worden kansloze rechtszaken aan te spannen tegen hun ex

Indiendatum: 2 december 2021

Door: Maarten Kersten (Partij Sleutelstad)

De rechtbank Noord-Holland deed onlangs uitspraak1) in een opmerkelijke en schijnende zaak: Een gescheiden man en vrouw hebben beide een bijstandsuitkering en de man zit ook in de schuldhulpverlening. Onder druk van de gemeente Velsen heeft de vrouw bij de rechtbank echter een verzoek om kinderalimentatie ingediend. Indien de vrouw dit niet zou doen, zou ze namelijk door de gemeente gekort worden op haar uitkering. De rechtbank heeft de vordering uiteraard afgewezen.

In haar uitspraak keurt de rechtbank de handelswijze van de gemeente Velsen sterk af: “Door van de vrouw te eisen dit verzoek in te dienen worden niet alleen de vrouw en de man – die op het bestaansminimum leven – door de gemeente toch weer op extra kosten gejaagd, [net als] de samenleving als geheel. De rechtbank acht verwerpelijk dat de gemeente kennelijk alleen acht slaat op de papieren werkelijkheid van een checklist zonder naar de werkelijke situatie van de burgers te kijken.” In de uitspraak komt verder naar voren dat de gemeente bekend was met de situatie van beide personen, dat de rechtbank vaker tegen dergelijke zaken aanloopt en dat dit bij meer gemeentes staand beleid is.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Kersten (Partij Sleutelstad) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:

1. Is het college bekend met deze uitspraak?
2. Hoe oordeelt het college over een dergelijke handelswijze?
3. Wat is de beleidslijn van de gemeente Leiden op dit vlak?
4. Heeft de gemeente Leiden in de afgelopen jaren van bijstandsgerechtigden gevraagd of verwacht dat zij verzoeken voor kinderalimentatie van hun ex indienen?
5. Zo ja, stonden hier sancties op, zoals het korten van uitkeringen?
6. Indien het antwoord op vraag 4 ja is, hoe wordt gegarandeerd dat dit alleen gebeurd indien de ex-partner een voldoende inkomenspositie heeft?
7. Kan het college uitsluiten dat gevallen zoals in de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland zich in Leiden voordoen?

Bronvermelding:

• Uitspraak rechtbank Noord-Holland, zaaknummer: C/15/317316 / FA RK 21-2884. https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:10845

Antwoorddatum: n.v.t.

Nog niet beantwoord.