Indiendatum: 30 november 2022
Door: Thijs Vos (Partij Sleutelstad)
Partij Sleutelstad heeft eerder schriftelijke vragen gesteld over de voorgenomen herinrichting van het Rozenplein in de Raadsherenbuurt in relatie tot het Didam-arrest van de Hoge Raad (26 november 2021). Kort gezegd komt dit arrest er op neer dat grond en onroerend goed alleen in specifieke gevallen, op basis van objectieve en toetsbare criteria, onderhands mag worden verkocht en dat in alle andere gevallen hiervoor een openbare selectie toegepast moet worden.
De rijksoverheid heeft op 10 januari 2022 een factsheet[1] gepubliceerd over de gevolgen van dit arrest. Volgens deze factsheet zijn de uitgangspunten van het Didam-arrest waarschijnlijk ook van toepassing op andere vormen van gronduitgifte, zoals bruikleen. Dat heeft het college ook in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Kersten d.d. 14 februari 2022 bevestigd.[2]
Inmiddels heeft de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening gemeentes via een brief (“Brief namens minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aan alle gemeenten over implementatie van het Didam-arrest in het beleid “, 24 juni 2022.) nader geïnformeerd over toepassing van het Didam-arrest.[3] De minister geeft daarin aan dat de gemeente in alle gevallen het voornemen tot verkoop of verhuur moet publiceren. Daarnaast wordt gemeentes aangeraden om de verkoop, het verhuur en de uitgifte in erfpacht van grond in beleid vast te leggen.
De brief van de minister roept bij ons nieuwe vragen op over de rechtmatigheid van de herinrichting van het Rozenplein. Daarnaast hebben we vragen over hoe de plannen zich verhouden met het bestemmingsplan.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Vos (Partij Sleutelstad) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
- Heeft het college kennisgenomen van de brief van de minister? Zo ja, wanneer?
- Deelt het college de conclusie van de minister dat een voornemen tot het verkopen of verhuren van grond gepubliceerd moet worden? Zo nee, waarom niet?
- Is het college van mening dat – gelet op de factsheet van de rijksoverheid – publicatie ook verplicht is bij het voornemen om grond in bruikleen te stellen? Zo nee, waarom niet?
- Heeft Leiden het verkopen, verhuren en in erfpacht geven in erfpacht van grond in beleid vastgelegd? Zo ja, in welk beleidsstuk? Zo nee, is de gemeente dan van plan om dit alsnog te doen?
Volgens omwonenden[4] heeft er nooit een publicatie in de Stadskrant plaatsgevonden van het voornemen om de grond in bruikleen te geven.
- Klopt het dat er vooraf geen publicatie in de Stadskrant heeft plaatsgevonden van dit voornemen? Zo ja, waar en wanneer heeft er dan wel een publicatie plaatsgevonden? Indien publicatie heeft plaatsgevonden, graag een afschrift van de publicatie.
In antwoord op de eerdere aanvullende schriftelijke vragen van Partij Sleutelstad[5] heeft het college aangegeven dat omwonenden en belanghebbenden op 24 december 2021 zijn geïnformeerd over het in bruikleen stellen van de grond. De raadsvergadering over het betreffende onderwerp had toen echter al plaatsgevonden.
- Klopt het dat er toen al door de raad een definitief besluit was genomen over de uitgifte via bruikleen? Zo ja, is dan wel sprake van de publicatie van een voornemen?
- Is het college van oordeel dat – met de kennis van nu – bij de besluitvorming over de gronduitgifte conform de uitgangspunten van het Didam-arrest is gehandeld? Zo ja, graag een onderbouwing van dit oordeel. Zo nee, welke conclusie verbindt het college daaraan?
In de brief van de gemeentesecretaris aan dhr. Kersten[6] over de voortgang van de beantwoording van de aanvullende schriftelijke vragen over de gevolgen van het Didam-arrest is aangegeven dat nader juridisch advies uitgevraagd moest worden om de vragen te beantwoorden. Een tijdige beantwoording was daardoor niet mogelijk. Uiteindelijk zijn de in april ingediende vragen pas in september beantwoord.
- Bij wie is dit juridisch advies ingewonnen?
- Is het college bereid om de raad inzage te geven in dit juridisch advies?
De eerder genoemde omwonenden hebben onlangs aangegeven dat de herinrichting in strijd zou zijn met het vigerende bestemmingsplan. Zij geven het volgende aan: “De ventweg draagt de bestemming ‘verkeer’. De huizen erlangs hebben niet de functieaanduiding Wonen langs de gevels (d.w.z. voortuinen), zoals wel bij nr 33 of nr 47 of overal elders in Johan de Wittstraat het geval is. […] Slechts nadat dit via een officiële wijzigingsprocedure is veranderd in een bestemming ‘Wonen’, kan de openbare ruimte via een herinrichting (eventueel) worden gewijzigd. Dit veranderen van het bestemmingsplan (of onderdelen) moet eerst gebeuren.”
- Is de lezing van omwonenden dat de betreffende grond volgens het geldende bestemmingsplan de bestemming ‘verkeer’ draagt juist? Indien juist, had deze bestemming dan niet aangepast moeten worden? Indien onjuist, kan het college een toelichting geven over waarom deze lezing niet klopt?
Voetnoten:
[1] Factsheet uitgifte van onroerende zaken en het bieden van gelijke kansen. https://www.omgevingsweb.nl/wp-content/uploads/po-assets/614835.pdf
[2] Schriftelijke vragen van Maarten Kersten (PS) aan het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Leiden over gevolgen Didam-arrest op herinrichting Rozenplein d.d. 14 februari 2022
[3] https://www.omgevingsweb.nl/wp-content/uploads/po-assets/762526.pdf
[4] Zie Inspreektekst dhr Mentzel Herinrichting Rozenplein Raadsherenbuurt cie LB 29 sept 2022. https://leiden.parlaeus.nl/admin/agendaview/action=showdoc/ag=2aa28a800a2008aa0082aa200da042f3/ap=0a020002a2a0aaa800a22aae1bdfc515/dc=a8228a88a0802aa0002a0abc124f77f6
[5] Aanvullende schriftelijke vragen van Thijs Vos (Partij Sleutelstad) aan het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Leiden over gevolgen Didam-arrest (ingediend: 26 april 2022)
[6] Brief d.d. 15 augustus 2022 (kenmerk: Z/22/3397353)
Antwoorddatum: n.v.t.
Nog niet beantwoord.