Indiendatum: 24 maart 2021
Door: Maarten Kersten, Martine van Schaik (PvdD), Emma van Bree (GL), Antoine Theeuwen (SP), Roeland Storm (CDA), Abdelhaq Jermoumi (PvdA), Anandkoemar Jitan (LP)
Op 21 maart 2021 publiceerde het Leidsch Dagblad een artikel over een ecologisch drama door fouten bij de opknapbeurt in het Van der Werfpark1). Er is, tegen de afspraken met de gemeente in, klimop verwijderd waardoor een belangrijke voedingsbron voor vogels en insecten verloren is gegaan.
De gemeente geeft aan dat de aannemer duidelijke instructies had om de klimop intact te laten. De aannemer heeft opdracht gekregen om nieuwe klimop aan te planten. Echter, het duurt jaren voordat de aangeplante nieuwe klimop dezelfde ecologische waarde heeft als dat wat nu verloren is gegaan.
Dit is helaas niet de eerste keer dat er fouten zijn gemaakt in de uitvoering, waardoor er waardevolle natuur verloren is gegaan. Zo stelde de PvdD eerder schriftelijke vragen over verkeerd onderhoud in het Bos van Bosman2). Daarnaast zijn, naar aanleiding van fouten in onderhoud in park Kweeklust, in de commissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid technische vragen gesteld over dit onderwerp3). Voorts verwijst het eerder aangehaalde artikel in het Leidsch Dagblad ook naar de illegale kap van bomen voor de aanleg van een noodbrug in het Roomburgerpark.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden van Schaik (PvdD), Jordan (D66), van Bree (GL), Theeuwen (SP), Storm (CDA), Kersten (PS), Jermoumi (PvdA), Jitan (Leiden Participeert) en Krol (Christen Unie) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
Reflectie op de casus
1. Hoeveel klimop is er verloren gegaan? Op welke leeftijd wordt de verloren gegane klimop geschat? Op welke termijn is de nieuw aangeplante klimop vergelijkbaar (qua omvang en ecologische waarde) met wat nu verloren is gegaan? Hoe beoordeelt het college het verlies aan ecologische waarde door het verkeerd uitgevoerde onderhoud, in relatie tot de opgelegde compensatieverplichting (aanplant nieuwe planten)? Welke andere compenserende maatregelen zijn er nog mogelijk?
2. Hoe heeft deze fout in de uitvoering kunnen gebeuren? Waren de werkinstructies niet voldoende helder? Was de aannemer niet in staat om haar uitvoerders goed te instrueren? Beschikte deze aannemer over specifieke kennis over hedera?
3. Is deze aannemer ook betrokken geweest bij eerdere uitvoeringsfouten in groenonderhoud of – beheer? Komt deze aannemer wat het college betreft nog in aanmerking voor andere groenonderhoud of -beheer opdrachten van de gemeente?
4. Is het mogelijk om de aannemer ook een boete voor de gemaakte fouten op te leggen? Zo ja, is het college hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet en op welke wijze moet het beleid worden aangepast om dit soort sancties mogelijk te maken?
Over het werken met aannemers
5. Op basis van welke criteria worden opdrachten voor groenbeheer of -onderhoud, in de regel gegund? Hoe zwaar wegen financiële criteria en hoe zwaar wegen kwaliteitscriteria? Wordt er ook gekeken naar de ervaring van de aannemer met de gemeente Leiden en met het type opdracht? Is het college bereid om de balans tussen financiële criteria en kwaliteitscriteria opnieuw tegen het licht te houden?
6. Hoeveel verschillende aannemers voor groenbeheer of -onderhoud heeft de gemeente in de periodes 2014-2018 en 2018-nu gecontracteerd? Hoe beoordeelt het college of aanbiedende partijen beschikken over voldoende ecologische kennis en in staat zijn om directe werkinstructies op te volgen?
7. Hoe worden nieuwe ecologische inzichten verwerkt in de werkinstructies voor de groenbeheerders van de gemeente?
8. Welke middelen heeft het college om een aannemer die geen rekening houdt met expliciete instructies te corrigeren? Is het college van plan om deze instrumenten in te zetten in het geval van het Van der Werfpark?
Over het voorkomen van fouten in de toekomst
9. Hoe beoordeelt het college het lerend vermogen bij de ingehuurde aannemers voor groenbeheer en -onderhoud?
10. Is het college bereid om de commissie LB schriftelijk te informeren over hoe het college lering getrokken heeft uit deze casus en eerdere voorbeelden waarbij waardevolle natuur verloren is gegaan? Op welke wijze zijn werkinstructies, selectie van aannemers en controle op de uitvoering aangepast? Hoe kan het dan toch opnieuw fout zijn gegaan?
1) https://www.leidschdagblad.nl/cnt/DMF20210321_55538744).
2) https://leiden.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-bos-van-bosman
3) Deze technische vragen en antwoorden staan ter referentie onderaan dit document
Antwoorddatum: 26 april 2021
Op 21 maart 2021 publiceerde het Leidsch Dagblad een artikel over een ecologisch drama door fouten bij de opknapbeurt in het Van der Werfpark1). Er is, tegen de afspraken met de gemeente in, klimop verwijderd waardoor een belangrijke voedingsbron voor vogels en insecten verloren is gegaan.
De gemeente geeft aan dat de aannemer duidelijke instructies had om de klimop intact te laten. De aannemer heeft opdracht gekregen om nieuwe klimop aan te planten. Echter, het duurt jaren voordat de aangeplante nieuwe klimop dezelfde ecologische waarde heeft als dat wat nu verloren is gegaan.
Dit is helaas niet de eerste keer dat er fouten zijn gemaakt in de uitvoering, waardoor er waardevolle natuur verloren is gegaan. Zo stelde de PvdD eerder schriftelijke vragen over verkeerd onderhoud in het Bos van Bosman2). Daarnaast zijn, naar aanleiding van fouten in onderhoud in park Kweeklust, in de commissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid technische vragen gesteld over dit onderwerp3). Voorts verwijst het eerder aangehaalde artikel in het Leidsch Dagblad ook naar de illegale kap van bomen voor de aanleg van een noodbrug in het Roomburgerpark.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden van Schaik (PvdD), Jordan (D66), van Bree (GL), Theeuwen (SP), Storm (CDA), Kersten (PS), Jermoumi (PvdA), Jitan (Leiden Participeert) en Krol (Christen Unie) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
Vooraf
De waarde van natuur is onbetaalbaar. Het college vindt het dan ook erg vervelend als er een fout wordt gemaakt. De gemeente heeft biodiversiteit hoog in het vaandel en juist de natuur heeft altijd enige tijd nodig om zich te herstellen. Daarom werken we dagelijks aan nog betere processen, zodat we de lage foutmarges ook laag houden en het liefst nog lager maken. Natuur en natuurwaarde verbeteren is de inzet van het college. In BiodiverCity Leiden wordt veel, heel veel werk in de stad verzet om deze op het gewenste niveau van onderhoud en kwaliteit te houden en te laten voldoen aan de door uw raad vastgestelde kwaliteitseisen. Dit is nodig ook, omdat vergroening en bomen ontzettend belangrijk zijn voor Leiden. Het college hecht er aan om de hoeveelheid werk die wordt verzet in een breder kader te plaatsen. De capaciteit van de eigen groendienst is dat er netto 22.597 uur gewerkt wordt per jaar. Gemiddeld zijn er 4-5 incidenten per jaar. De incidenten nemen gemiddeld 1 uur werk in beslag. Dan betekent een foutmarge van 0,02 % ofwel gedurende 99,98 % van de besteedde uren zijn productief en zonder incidenten. Bij het aangenomen werk van beheer wordt ruim 3,7 miljoen euro per jaar uitgegeven om de stad veilig, netjes en biodivers te houden en/of biodiverser te maken. Met die werkzaamheden zijn er gemiddeld ook 10 incidenten waarbij het werk anders is uitgevoerd dan de opdracht luidde.
Uitgaande van eenzelfde uur herstelwerk en dat €60,- de kosten zijn ontstaat dezelfde foutmarge van 0,02% of te wel 99,98% van het betaalde werk wordt conform de opdracht uitgevoerd. Het college is niet van mening dat er bij het onderhoud in park Kweeklust fouten zijn gemaakt. Immers uit de beantwoording van de technische vragen blijkt dat, ook in het geval van hedera, onderhoud nodig kan zijn.
Reflectie op de casus
1. Hoeveel klimop is er verloren gegaan? Op welke leeftijd wordt de verloren gegane klimop geschat? Op welke termijn is de nieuw aangeplante klimop vergelijkbaar (qua omvang en ecologische waarde) met wat nu verloren is gegaan? Hoe beoordeelt het college het verlies aan ecologische waarde door het verkeerd uitgevoerde onderhoud, in relatie tot de opgelegde compensatieverplichting (aanplant nieuwe planten)? Welke andere compenserende maatregelen zijn er nog mogelijk?
Antwoord
In algemene zin geldt dat het college van mening is dat fouten geminimaliseerd moeten worden en dat het streven is om foutloos te werken. Wanneer we op jaarbasis naar de hoeveelheid werk in het groen in de stad kijken, betekent dat gelukkig dat het in verreweg de meeste gevallen goed gaat. Er is dus wat het college betreft sprake van incidenten, wanneer iets onverhoopt verkeerd gaat.
Bij twee grote bomen langs de Doezastraat is de klimop grotendeels doorgezaagd en bij twee hele jonge bomen enkele strengen.
De leeftijd van de doorgezaagde klimop bij de grote bomen wordt geschat op 13 jaar. De leeftijd van de klimop op de jonge bomen wordt geschat op 2-3 jaar.
Het zal circa 10 jaar duren voor er een vergelijkbaar volume groen met vergelijkbare ecologische waarde terug is bij de grote bomen. Voor de jonge bomen is dat 1-2 jaar.
Het college betreurt de bestaande situatie die door deze fout is ontstaan en dat het circa 10 jaar duurt voor hetzelfde volume groen weer terug is op de twee bomen. In het park wordt met de opknapbeurt elders in het park veel bloeiende, struikvormige klimop geplant. Hoewel dit niet bedoeld is als compenserende maatregelen biedt het wel een alternatief voor de insecten.
2. Hoe heeft deze fout in de uitvoering kunnen gebeuren? Waren de werkinstructies niet voldoende helder? Was de aannemer niet in staat om haar uitvoerders goed te instrueren? Beschikte deze aannemer over specifieke kennis over hedera?
Antwoord
Het aanspreekpunt voor de gemeente is de uitvoerder van de aannemer. De uitvoerder is door de gemeente expliciet gewezen op het feit dat de hedera moest blijven, hij was tijdig op de hoogte. De uitvoerder is verantwoordelijk voor het instrueren van zijn medewerkers. Dat is te laat gebeurd, toen was het kwaad al geschied. Een medewerker van de aannemer had toen al op eigen initiatief de hedera doorgezaagd. Het is helaas een menselijke fout. De aannemer heeft de fout erkend en betreurt ook dat dit is gebeurd.
De aannemer beschikt over voldoende specifieke kennis over hedera beschikt.
3. Is deze aannemer ook betrokken geweest bij eerdere uitvoeringsfouten in groenonderhoud of – beheer? Komt deze aannemer wat het college betreft nog in aanmerking voor andere groenonderhoud of -beheer opdrachten van de gemeente?
Antwoord
We werken vaker samen met deze aannemer, tot deze fout was dat naar tevredenheid. Hoewel het om een zeer vervelende fout gaat, ziet het college geen reden om de aannemer in de toekomst uit te sluiten voor opdrachten.
4. Is het mogelijk om de aannemer ook een boete voor de gemaakte fouten op te leggen? Zo ja, is het college hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet en op welke wijze moet het beleid worden aangepast om dit soort sancties mogelijk te maken?
Antwoord
Het is niet mogelijk om de aannemer een geldboete op te leggen voor de gemaakte fout, deze mogelijkheid is geen onderdeel van het betreffende contract, er is geen bestuurlijk juridische titel om een boete op te leggen. Wel is de aannemer aansprakelijk gesteld voor de gemaakte fout en moet hij zo goed mogelijk de schade op eigen kosten herstellen door bij desbetreffende vier bomen nieuwe hedera aan te planten.
Over het werken met aannemers
5. Op basis van welke criteria worden opdrachten voor groenbeheer of -onderhoud, in de regel gegund? Hoe zwaar wegen financiële criteria en hoe zwaar wegen kwaliteitscriteria? Wordt er ook gekeken naar de ervaring van de aannemer met de gemeente Leiden en met het type opdracht? Is het college bereid om de balans tussen financiële criteria en kwaliteitscriteria opnieuw tegen het licht te houden?
Antwoord.
De criteria waarop een opdracht wordt gegund zijn sterk afhankelijk van de opdracht en de aard van de werkzaamheden. Bij elke opdracht wordt bepaald welke aspecten naast financiën belangrijk zijn om in de aanbesteding mee te nemen. In de regel wordt er via EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving) aanbesteed. De aannemer dient een plan van aanpak voor de uit te voeren werkzaamheden te schrijven en dat wordt beoordeeld aan de hand van de vooraf bepaalde criteria. De weging van die beoordeling wordt bepaald aan de hand van het belang van de gestelde criteria. Bij de aanbesteding van de raamovereenkomst groenonderhoud woog bijvoorbeeld het financiële aspect voor 30 procent mee en bij het maaien van de bermen voor 40 procent.
In het aanbestedingsbeleid is vastgelegd dat we als gemeente eerlijke mededinging bevorderen. De aanbestedingswet en het gemeentelijk inkoopbeleid verplicht de gemeente volledig transparant en objectief te zijn in de wijze waarop zij potentiële partijen zal beoordelen en uiteindelijk besluit een partij te contracteren. Op deze wijze is ook de selectie voor de aannemer voor dit project uitgevoerd. Het college is van mening dat er nu al een goede afweging gemaakt wordt tussen financiële- en kwaliteitscriteria en ziet dan ook geen reden om dit opnieuw tegen het licht te houden.
6. Hoeveel verschillende aannemers voor groenbeheer of -onderhoud heeft de gemeente in de periodes 2014-2018 en 2018-nu gecontracteerd? Hoe beoordeelt het college of aanbiedende partijen beschikken over voldoende ecologische kennis en in staat zijn om directe werkinstructies op te volgen?
Antwoord
Om te bepalen hoeveel aannemers betrokken zijn geweest in de periode van 2014-2018 is 2017 als representatief jaar genomen en voor de periode 2018-nu is dat 2020. Dit is omdat in beide jaren binnen het beheer van groen de contracten doorliepen en er daarmee een goed beeld ontstaat van de hoeveelheid aannemers die normaliter in de stad werken aan het beheer van groen. In 2017 zijn er vanuit de beheerafdeling 17 aannemers betrokken geweest bij het groenonderhoud in de stad. In de periode van 2018 tot en met nu is 2020 als representatief jaar genomen. In 2020 zijn er 18 aannemers actief geweest in het groenonderhoud. Afhankelijk van de opdracht en aard van de werkzaamheden wordt bepaald in welke mate de aannemer ecologische kennis moet bezitten. Voorop staat, en altijd geldt, dat de aannemer zich houdt aan de natuurwet. Het college is van mening dat de aannemers voldoende ecologische kennis hebben om de werkinstructies op te volgen.
7. Hoe worden nieuwe ecologische inzichten verwerkt in de werkinstructies voor de groenbeheerders van de gemeente?
Antwoord
In 2018 hebben alle werknemers een flora en faunawet cursus/cursus wet natuurbescherming gedaan deze wordt elke 5 jaar herhaald, nieuwe ecologische ontwikkelingen worden behandeld en besproken. Daarnaast wordt er gewerkt met de nieuwste landelijke gedragscode en heeft iedere werknemer deze schriftelijk uitgereikt gekregen. Tot slot worden nieuwe ecologische inzichten, indien van toepassing, mondeling besproken en toegelicht als onderdeel van de werkinstructie.
8. Welke middelen heeft het college om een aannemer die geen rekening houdt met expliciete instructies te corrigeren?
Antwoord
Het allereerste middel dat het college als goed opdrachtgever inzet is om met de betreffende aannemer in gesprek te gaan en te bespreken wat er is gebeurd, hoe dit heeft kunnen gebeuren en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden. In de meeste gevallen is dit ook afdoende. Indien vervolgstappen genomen moeten worden, is dit is afhanklijk van de regels die hierover opgenomen zijn in het contract en in de van toepassing zijnde de algemene voorwaarden. Uiteindelijk zou dit kunnen betekenen dat er contractuele consequenties zijn. In het uiterste geval, bij herhaaldelijke wanprestatie en/of niet leveren, zou het contract dan ontbonden kunnen worden.
Is het college van plan om deze instrumenten in te zetten in het geval van het Van der Werfpark?
Antwoord
In het geval van het Van der Werfpark is meteen met de aannemer gesproken over wat er is gebeurd, hoe dit heeft kunnen gebeuren, hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden en wat de aannemer gaat doen om de fout te herstellen. In het contract staan geen regels of voorwaarden opgenomen voor vervolgstappen die van toepassing zijn op dit specifieke geval.
Over het voorkomen van fouten in de toekomst
9. Hoe beoordeelt het college het lerend vermogen bij de ingehuurde aannemers voor groenbeheer en -onderhoud?
Antwoord
Het college is van mening dat dit voldoende geborgd is. De aannemers hebben als uitgangspunt zich te houden aan de regels die door de gemeente Leiden zijn opgesteld. Leiden is een mooie stad, dat is de verdienste van haar inwoners, werknemers en aannemers die werken om dat zo te houden.
10. Is het college bereid om de commissie LB schriftelijk te informeren over hoe het college lering getrokken heeft uit deze casus en eerdere voorbeelden waarbij waardevolle natuur verloren is gegaan? Op welke wijze zijn werkinstructies, selectie van aannemers en controle op de uitvoering aangepast? Hoe kan het dan toch opnieuw fout zijn gegaan?
Antwoord
Het college heeft transparantie vanzelfsprekend hoog in het vaandel en daarom informeert het college uw raad via de beantwoording van deze schriftelijke vragen. Momenteel werkt de organisatie aan een brief die zal worden verzonden aan alle groenaannemers met wie de gemeente de afgelopen drie jaar heeft samengewerkt en waarin opnieuw onder de aandacht te wordt gebracht hoe belangrijk de gemeente Leiden de herkenning en bescherming van (bestaande) ecologische waarden acht in het groenbeheer. Dit doet recht aan zowel de gevoelens die bij uw raad leven als bij het college. Hoewel dit verder primair de bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie raakt, zult uw raad een afschrift van de brief ontvangen zodra deze is verzonden.
Natuur en natuurwaarde verbeteren is de inzet van het college. Jaarlijks worden hier tienduizenden werkuren aan gewijd. Het is een illusie om bij deze ambities te denken dat dit altijd goed gaat en er nooit iets verkeerd kan gaan. Helaas gebeurt dat en ook het college betreurt dat. Het betreft hier echter incidenten en er is geen sprake van opzettelijk of structueel verkeerde handelingen. Wanneer een incident toch onverhoopt plaatsvindt, wordt nagegaan waar het verkeerd is gegaan en hoe dit in de toekomst zo goed mogelijk voorkomen kan worden. Werkinstructies worden jaarlijks verder aangescherpt om incidenten te minimaliseren.