Schriftelijke Vragen over het parkeeraanbod voor huurders in nieuwbouwprojecten

Indiendatum: 11 mei 2021

Door: Maarten Kersten (Partij Sleutelstad)

Onlangs verscheen op de nieuwswebsite Den Haag FM een artikel over problemen met het parkeeraanbod in de Haagse wijk Leyenburg.1) Het parkeerbeleid is volgens het nieuwsmedium een zooitje. Kort gezegd: nieuwe bewoners hebben geen recht meer op een parkeervergunning in de openbare ruimte (net als in Leiden), maar het aantal inpandige parkeerplaatsen is veel lager dan het aantal bewoners. Diverse bewoners vallen daardoor tussen wal en schap en kunnen hun auto niet meer kwijt.

Nu in Leiden de parkeernorm losgelaten is voor nieuwbouwprojecten is het waarschijnlijk dat dergelijke situaties zich ook hier zullen voordoen, zoals het college ook zelf toegeeft in antwoord op eerdere technische vragen van Partij Sleutelstad.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Kersten (Partij Sleutelstad) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:

1. Hoe reflecteert het college op de bevindingen in het artikel van Den Haag FM? Kan zij uitsluiten dat dergelijke situaties zich ook in Leiden (gaan) voordoen?

Opvallende bevinding uit het onderzoek van Den Haag FM is dat met name huurders in de vrije sector en in mindere mate in de sociale huur de klos zijn. Veel parkeerplaatsen zijn namelijk aan kopers verkocht, terwijl huurders daarentegen afhankelijk van of hun huurbaas c.q. coöperatie een parkeerplaats aangeschaft heeft.

2. Heeft het college zicht op hoe inpandige parkeerplaatsen bij Leidse nieuwbouwprojecten verdeeld worden over bewoners?
3. Zo ja, kan zij schetsen wat de huidige situatie is? Doen zich verschillen voor tussen eigenaren van appartementen, huurders in de vrije sector en huurders in de sociale huur?
4. Zo nee, is het college bereid om dit alsnog te monitoren en de raad te informeren van de resultaten?

Uit het artikel van Den Haag FM blijkt ook dat sociale huurders hoge tarieven betalen om een parkeerplaats te huren, die oor veel sociale huurders niet betaalbaar zijn.

5. Is het college het met Partij Sleutelstad eens dat voorkomen dient te worden dat parkeren voor sociale huurders onbetaalbaar wordt?
6. Kan het college bij benadering aangeven wat de tarieven zijn die in nieuwbouwprojecten worden gehanteerd voor het huren van een inpandige parkeerplaats?
7. Indien het niet mogelijk is om de vorige vraag te beantwoorden, kan het college dan in ieder geval aangeven of gehanteerde tarieven naar haar mening betaalbaar zijn en op basis waarvan die inschatting gebaseerd is?
8. Deelt het college dat de opvatting van Partij Sleutelstad dat het onwenselijk is dat een in het artikel omschreven tweedeling tussen kopers en huurders op het vlak van parkeren ontstaat? Welke maatregelen neemt het college daartegen?

Antwoorddatum: n.v.t.

Nog niet beantwoord.