Indiendatum: 24 februari 2020
Door: Maarten Kersten
PS heeft recentelijk kennisgenomen van het in het Leidsch Dagblad gepubliceerde artikel ‘ZuidHollandse bussen op waterstof’ 1). In het artikel wordt gesteld dat vervoersbedrijf Connexxion in de provincie Zuid-Holland twintig bussen op waterstof zal gaan laten rijden. Waterstof wordt, aldus minister Van Veldhoven, gezien als brandstof van de toekomst omdat het geen CO2, fijnstof of stikstof uitstoot. Het heeft niet de nadelen van elektrisch vervoer zoals het niet overal bereikbare, langdurige, in parkeergarages brandgevaarlijke opladen, de chaotische en oncontroleerbare providersystemen en ogenschijnlijk niet gehandhaafde tarievenwillekeur, het nu ook al opdoemende capaciteitsprobleem voor de electrische netwerken, de soms verraderlijk stille nadering van de voertuigen en de beperkte actieradius.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Kersten (PS) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
- Heeft het College kennisgenomen van de inhoud van het artikel in het Leidsch Dagblad?
- Wat is het oordeel van het College over de in het artikel beschreven opvatting van minister Van Veldhoven dat waterstof de brandstof van de toekomst is?
- Is het College voornemens om het gebruik van waterstof als brandstof te stimuleren in Leiden en zo ja, op welke wijze?
- Overweegt de vervoerder in de gemeente Leiden, Arriva, net als zijn concurrent ook bussen op waterstof te laten rijden?
- Is het College bereid om bij de volgende aanbestedingsronde voor het busvervoer, het gebruik van waterstof als brandstof op te nemen in het bestek?
Bronvermelding:
- Leidsch Dagblad van 20 november 2019
Antwoorddatum: 18 maart 2020
1. Heeft het College kennisgenomen van de inhoud van het artikel in het Leidsch Dagblad?
Ja, het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) heeft kennis genomen van het artikel in het Leidsch Dagblad van 20 november 2019;
2. Wat is het oordeel van het College over de in het artikel beschreven opvatting van minister Van Veldhoven dat waterstof de brandstof van de toekomst is?
Het is moeilijk aan te geven welke brandstofsoort de toekomst heeft. Dit is aan de markt zelf om te ontwikkelen. Vooralsnog gaat de elektrificatie van het wagenpark sneller, omdat waterstof simpelweg nog niet goed verkrijgbaar is. Er zijn nog maar zestien stations in heel Nederland. Bovendien is waterstof nog duur in opwekking en kan waterstof alleen tegen nog hogere kosten duurzaam worden geproduceerd.
3. Is het College voornemens om het gebruik van waterstof als brandstof te stimuleren in Leiden en zo ja, op welke wijze?
Ja. De gemeente Leiden bekijkt in het kader van nul-emissie stadsdistributie hoe het gebruik van waterstof in de regio op de lagere termijn, mits groen, verder gestimuleerd kan worden. De gemeente richt zich met ondernemers en brancheorganisaties vooralsnog op alom beschikbare elektrische laadinfra en voertuigen om het doel, een zero-emissie bevoorrading van de binnenstad vanaf 2025, te halen.
4. Overweegt de vervoerder in de gemeente Leiden, Arriva, net als zijn concurrent ook bussen op waterstof te laten rijden?
Nee, Arriva heeft voor de lopende concessie ingezet op elektrische bussen;
5. Is het College bereid om bij de volgende aanbestedingsronde voor het busvervoer, het gebruik van waterstof als brandstof op te nemen in het bestek?
Nee, dit is geen bevoegdheid van het college.. De gemeente is immers zelf niet de concessieverlener, dat is de provincie. Wel heeft het college, net als Holland Rijnland, bij de provincie aangedrongen op het versnellen van emissieloze bussen in de nieuwe concessieperiode. De gemeente heeft de voorkeur voor duurzame brandstoffen en, gezien de recente investeringen in elektrische bussen en oplaadapparatuur, ingezet op elektrische bussen op de middellange termijn.
De provincie volgt het landelijk bestuursakkoord en wil niet versnellen om emissieloze bussen eerder dan 2030 te verplichten. De vervoerder is daarnaast niet verplicht om de 23 elektrische bussen, die nu op de stadsdienst rijden in te zetten. De uiteindelijke keuze voor een brandstof zal worden gemaakt door de vervoerder. Naar verwachting zullen de ontwikkelingen op het gebied van waterstof gedurende de aanbesteding en implementatie,) van de OV-concessie, tussen 2021 en 2023, nog niet zo ver zijn dat een vervoerder waterstofbussen zal aanbieden. Het college zal haar invloed blijven uitoefenen om het gebruik van emissieloos openbaar vervoer te stimuleren.