MOTIE:

Datum: 17 september 2020

Mede-indiener: Maarten Kersten

Onderwerp: Kaderbrief 2020-2024

Status: Aangenomen

Voor: Partij Sleutelstad,  GL, VVD, PvdA, CDA, SP, PvdD, ChristenUnie, LP (30)

Tegen: D66 (9)

De raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 17 september 2020,

Constaterende dat:

  • er budgetplafonds gelden voor alle jeugddiensten die de gemeente aanbiedt;
  • dit leidt tot wachtlijsten bij aanbieders tot in sommige gevallen maar liefst twaalf maanden.

Overwegende dat:

  • budgetplafonds behulpzaam kunnen zijn bij het sturen op de kosten en innovatie, maar tegelijkertijd ook forse wachtlijsten tot gevolg kunnen hebben;
  • een lange wachttijd ertoe kan leiden dat de problematiek van jeugdigen verergert, wat vooral zorgelijk is voor de zwaarste zorgvragers (SGGZ) en bovendien tot crisissituaties kan leiden;
  • in oktober 2020 via de Beschikbaarheidswijzer een betrouwbaar beeld ontstaat van actuele wachttijden, ook naar behandelsoort.

Verzoekt het college:

  • Voor de begrotingsbehandeling – op basis van het eerste beeld over de wachtlijsten in de jeugdhulp – met een voorstel te komen voor hoe de wachtlijsten voor de zwaarste zorgvragen binnen 6 maanden (fors) verminderd kunnen worden, bovenop de reeds lopende maatregelen1) 2);
  • ervoor te zorgen dat in crisisgevallen binnen 24 uur acuut hulp en/of overbrugginszorg geboden wordt aan jeugdigen op de wachtlijst van de SGGZ;
  • de gemeenteraad over de voortgang van de wachtlijsten te informeren via de P&C cyclus (vanaf de jaarstukken 2020).

Gebke van Gaal (GL)
Rembrandt Rowaan (GL)
Suzanne van der Jagt (PvdA)
Ries van Walraven (SP)
Pieter Krol (CU)
Maarten Kersten (PS)

1) In de jeugdzorg zijn er nooit Treeknormen vastgelegd op landelijk niveau, maar min of meer stilzwijgend wordt er vrij algemeen van uitgegaan dat zes tot negen weken wachten op hulp wel het maximum is, afhankelijk van – onder meer – de urgentie, aldus de onderzoekers van het NJI in het onderzoek ‘Wacht maar’.
2) Dit kan bijvoorbeeld door de wachtlijst voor andere minder zware behandelsoorten op te laten lopen en het budget te verschuiven naar het behandelaanbod in het kader van de SGGZ.