MOTIE:

Datum: 13 & 15 juli 2021

Mede-indiener: Maarten Kersten

Onderwerp: Kaderbrief 2021-2025

Status: Verworpen

Voor: Partij Sleutelstad (1)

Tegen: D66, GL, VVD, PvdA, CDA, PvdD, SP, CU, LP (37)

De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 13,15 juli 2021,

Constaterende dat

  • De schuldquote stijgt naar 197% in 2024 en de kapitaallasten naar 55 miljoen per jaar;
  • Zeer dure investeringsprojecten als de Leidse Ring Noord een grote, structurele impact hebben op de financiën van de gemeente;
  • De kapitaallasten van grote projecten voor 45 tot 60 jaar in de boeken staan;

Overwegende dat

  • Hoge schulden en mega-investeringen in het bijzonder de beleidsvrijheid van volgende gemeenteraden inperken in de vorm van hoge schulden en kapitaallasten;
  • Een democratie zich juist kenmerkt door haar zelfcorrigerend vermogen: volgende gemeenteraden hebben steeds de mogelijkheid om eerder besluiten te herzien en nieuwe beleidskeuzes te maken. Door hoge schulden en kapitaallasten komt dat onder druk te staan;
  • Leidenaren uiteindelijk de prijs betalen voor mega-investeringen in de vorm van lastenverzwaringen en/of bezuinigingen;
  • De samenleving daarom de mogelijkheid zou moeten hebben om zich uit te spreken over mega-investeringen;
  • Een verplicht referendum bij mega-investeringen die mogelijkheid wel biedt en bovendien blijkt dat referenda over uitgaven een positief effect heeft op de overheidsfinanciën.1)

Spreekt uit

  • Projecten die meer dan 40 miljoen euro kosten standaard te zullen voorleggen in een raadplegend referendum;
  • Waarbij investeringen die uit meerdere onderdelen en kredieten bestaan, zoals de Leidse Ring Noord, als één geheel te beschouwen.2)

En verzoekt het college

  • Dit te verwerken bij de aanpassing van de referendumverordening dan wel om parallel aan de raadsbesluiten over dergelijke projecten tegelijkertijd het voorstel3) voor te leggen om hiervoor een raadplegend referendum te organiseren.

Maarten Kersten – Partij Sleutelstad

1) L.P. Feld en G. Kirchgässner (1999), „Public debt and budgetary procedures: top down or bottom up? Some evidence from Swiss municipalities“, p. 151-179 in: J.M. Poterba / J.von Hagen (1999); L.P. Feld en J.G. Matsusaka (2003), “Budget referendums and government spending: evidence from Swiss cantons“, Journal of Public Economics 87, p. 2703-2724.
2) Dus bijvoorbeeld de Leidse Ring Noord als één geheel, in plaats van uit te gaan van de aparte tracédelen.
3) Zoals bedoeld in artikel 8 van de referendumverordening.