Kwijtschelding lokale lasten: verhoging vermogensgrens positief, maar leg de rekening niet bij lage en middeninkomens

In het nieuwe kwijtscheldingsbeleid vallen veel Leidenaren met een laag inkomen nog altijd buiten de boot. Dat de vermogensgrens wordt verhoogd van €2.200,- naar €4.200,- leidt er toe dat meer Leidenaren in aanmerking voor kwijtschelding en is een goede zaak, maar dat het college de gederfde inkomsten via een belastingverhoging de rekening bij lage en middeninkomens legt is een gotspe.

Ieder jaar ontvangen Leidenaren weer een torenhoge rekening voor de lokale lasten. Op de gecombineerde aanslag staan in ieder geval de riool- en afvalstoffenheffing, alsmede de waterschapsheffingen. Een alleenstaande is  €522,- kwijt aan de gecombineerde aanslag. Bij een tweepersoonshuishouden gaat het om €671,- en bij drie- of meerpersoonshuishoudens loopt dit zelfs op tot maar liefst €955,-.* Voor Leidenaren met een eigen woning of auto komen daar bovenop ook nog de OZB en parkeerbelastingen.

Dat zijn voor iedereen vervelende bedragen, maar voor Leidenaren die door een laag inkomen of hoge vaste lasten toch al moeite hebben om rond te komen is dit een enorme en ingrijpende last. Fractievoorzitter Thijs Vos: “Het geld dat een alleenstaande moeder met twee kinderen aan riool- en afvalstoffenheffing kwijt is, had ze ook aan ruim honderd warme maaltijden kunnen uitgeven. Dat laat goed zien waar we het over hebben.”

Veel schrijnende gevallen

In Leiden is kwijtschelding van de lokale lasten mogelijk. Hiervoor werden echter strenge (wettelijk bepaalde) inkomens- en vermogensgrenzen gehanteerd. De inkomensgrens wordt bijvoorbeeld bepaald door de bijstandsnorm. Het gevolg is dat Leidenaren die het minimumloon verdienen al buiten de boot vallen. Hetzelfde geldt voor Leidenaren die door ziekte in een WIA-uitkering zitten, want zij krijgen vaak net iets meer dan bij een bijstandsuitkering.

Vos: “Die inkomensgrens is kei- en keihard. Als je 10 euro teveel verdient, ben je per maand in de praktijk €75,- extra kwijt.”

Naast de inkomensgrens is ook de vermogensgrens bruut. Dat was tot voor kort €2.200,- (en wordt €4.200,-). Die vermogensgrens is zo laag dat je met een oud autotje en wat spaargeld al boven de vermogensgrens zit.

Kamerbewoners

Zelfs als je wél aan de inkomens- en vermogensgrenzen voldoet is kwijtschelding nog steeds geen garantie. Sinds 2012 is namelijk iedereen die in een onzelfstandige woonruimte woont uitgesloten van kwijtschelding. Kamerbewoners zijn dus uitgesloten. Vos: “Dat gaat natuurlijk om studenten, maar ook om Leidenaren die uit een zorginstelling stromen of die niet genoeg wachttijd hebben opgebouwd om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. Zij wonen ook regelmatig op kamers.”

Leiden bood kamersbewoners (die aan de inkomens- en vermogensgrenzen voldeden) lange tijd in ieder geval nog een tegemoetkoming, maar ook deze is bij de bezuinigingsronde in 2020 afgeschaft. Kamerbewoners vallen sindsdien helemaal buiten de boot. Wat ons betreft voeren we die tegemoetkoming weer aan, maar een voorstel van ons daarover kon niet op steun van andere partijen rekenen.

Verhoging vermogensgrens

Sinds dit jaar is het mogelijk om de vermogensgrens te verhogen van €2.200,- naar €4.200,-. Dat blijft een laag bedrag. Het NIBUD adviseert huishoudens om een buffer van 8 tot 10.000 euro aan te houden. Tegelijkertijd is het een stap in de goede richting. Het college heeft deze verhoging afgelopen maand aan de raad voorgelegd en dat kon natuurlijk op onze steun rekenen.

Wat daarentegen absoluut niet op onze steun kan rekenen is dat het college de rekening hiervan neerlegt bij lage- en middeninkomens. Zij wil de gederfde inkomsten namelijk compenseren via een verhoging van de riool- en afvalstoffenheffing.

Leg de rekening niet bij lage en middeninkomens

Vos wijst er op dat deze heffingen vooral drukken op de portemonnee van lage en middeninkomens: “Hoe lager je inkomen, hoe groter deel je kwijt bent aan deze heffing. De realiteit is daarmee dat er voor veel Leidenaren met een kleine portemonnee niet alleen niets veranderd, maar dat zij door dit raadsvoorstel zelfs nog minder overhouden.”

Het gaat dan bijvoorbeeld om Leidenaren die het minimumloon verdienen, AOW’ers met een klein pension en ondernemers die door economische tegenspoed hun inkomsten zien wegvallen, maar ook om de verschillende schijnende gevallen die om uiteenlopende redenen niet voor kwijtschelding in aanmerking komen.

Bij de behandeling van de nieuwe Verordening Kwijtscheldingsbeleid heeft Partij Sleutelstad daarom een motie ingediend waarin het college wordt verzocht om met een andere dekking te komen. Met andere worden: Leg de rekening van dit raadsvoorstel niet neer bij lage en middeninkomens.

Teleurstelling

Het mocht niet baten. De motie werd weggestemd door de coalitiepartijen en een deel van de oppositie. Vos is vooral teleurgesteld in de opstelling van de linkse partijen: “PvdA schermt in het debat met ‘de sterkste schouders, de zwaarste lasten’, maar vergeet gemakshalve dat Leidenaren die het minimumloon verdienen juist de zwaarste belastinglast hebben. GroenLinks doet alsof het allemaal niet zo’n groot probleem is, want men kan ook bij de sociale wijkteams aankloppen voor het armoedebeleid. Het is niet uit te leggen.”    

 

 

Voetnoten:

*) Zowel de heffing van de gemeentelijke als de waterschapslasten zijn ondergebracht bij de BSGR. Deze komen beiden terug op de gecombineerde heffing. Om die reden kan ok alleen met een uniform kwijtscheldingsbeleid worden gewerkt binnen de BSGR. Vanuit dat kader worden hier het totaal van de afvalstoffen-, riool- en waterschapsheffingen genoemd.