Maiden Speech Thijs Vos: “Kanalen graven van de samenleving naar het stadhuis”

Goed gebruik in de (Leidse) politiek is dat ieder raadslid bij de eerste bijdrage in de gemeenteraad in een uitgebreidere toespraak dan normaal is toegestaan stilstaat bij zijn of haar persoonlijke drijfveren om politiek actief te zijn (‘maiden speech’). Afgelopen raadsvergadering was de beurt aan fractievoorzitter Thijs Vos die bij het raadsvoorstel over de herinrichting van het verkeersknooppunt Groote Vink bij de Stevenshof voor het eerst het woord voerde in de gemeenteraad. In zijn maiden speech sprak hij zijn zorgen uit over het steeds groter worden van de kloof tussen de samenleving en de politiek én de steeds groter wordende politieke ongelijkheid. Hij riep de politiek op om, Hans van Mierlo citerend, kanalen te graven naar de macht.

Dank voorzitter.

Ik sta hier vanavond als raadslid van onze mooie stad Leiden en als fractievoorzitter van één van de tien partijen in deze raad. Het is een eer om deze functie te bekleden, maar tegelijkertijd eigenlijk ook een functie waarvan ik vier jaar geleden niet had verwacht deze nu te vervullen. In die tijd afficheerde ik mij namelijk nadrukkelijk als partijloos. Niet omdat ik niet politiek geïntereseerd was, maar omdat ik mij niet herkende in de partijen die op dat moment in de landelijke en Leidse politiek opereerden. 

Daar zat ook een meer principiële kant aan. Ik was sceptisch over de mate waarin politieke partijen – starre organisaties met ideologische bagage uit de negentiende eeuw en waarvan slechts 0,2% van de Nederlanders actief is – bijdragen aan een goed functionerende democratie in de 21e eeuw. In een discussie met een latere college van de PvdA omschreef ik het toen als volgt: “Politieke partijen zijn de fossiele brandstof van de democratie.”

En zoals een transitie nodig is van fossiele brandstoffen naar schonere vormen van energie, was ook een transitie van een door partijen gedomineerde democratie naar een democratie waar de samenleving centraal staat nodig. Waarin iedere burger een gelijke stem heeft en op eigentijdse en passende wijze invloed kan uitoefenen op de besluiten die ons allemaal raken.

Om het concreet te maken: Invoering van het bindend referendum en volksinitiatief. Direct gekozen bestuurders: van Burgemeester tot Eurocommissaris. En een kiesstelsel waarbij voorkeurstemmen en niet partijvoordrachten bepalen wie in de volksvertegenwoordiging zetelt. Het klassieke D66-programma eigenlijk.

Aan die transitie werkte ik op dat moment bij de landelijke organisatie Meer Democratie. Ik was in de tijd actief betrokken bij de campagne om het landelijke referendum voor afschaffing te behoeden. Helaas niet gelukt. Een andere activiteit was het adviseren en ondersteunen van gemeenteraadsfracties bij het invoeren of verbeteren van lokale referendumverordeningen.

Nu wilde het toeval dat in mijn eigen woonplaats opeens uit het niets een referendumpartij werd gekozen in de raad. Die juist dat als prioriteit 1 had. Het moet ongeveer vier jaar geleden zijn dat Maarten mij benaderde met de vraag of ik mee zou willen denken over het herzien van de Leidse referendumverordening. Dat moment staat mij nog goed bij, want toen Maarten belde legde ik net de laatste hand aan mijn bachelorscriptie over fractieafsplitsingen. Een specialisme waar de partij later ook goed gebruik van kon maken.

Meedenken dat wilde ik wel. En van het één kwam het ander: Van partijloze student ben je vier later opeens het eerste raadslid van deze termijn dat de volksvertegenwoordiging mag toespreken.

In de tussentijd ben ik genuanceerder gaan denken over het nut van partijen. Maar ik ben onverminderd overtuigd van het ideaal van gelijke zeggenschap en de noodzakelijke transitie die dat vereist. Juist dat ideaal staat echter onder druk. Ook in Leiden.

Daarom wil ik in deze maidenspeech ook mijn grootste zorg met u delen: De kloof tussen de politiek en grote delen van de samenleving neemt steeds verder toe. Wat mij echter het meeste zorgen maakt is dat er een steeds grotere politieke ongelijkheid ontstaat op het vlak van het politiek vertrouwen, de opkomst en de daadwerkelijke invloed die burgers op de politiek hebben. Die ongelijkheid hangt sterk samen met opleidingsniveau. Een paar feiten:

Een meerderheid van onze inwoners is praktisch geschoold, maar onze raad is bijna volledig hoogopgeleid.

In Leiden heeft slechts circa 20% van de praktisch geschoolden vertrouwen in de raad.

En terwijl bij de afgelopen verkiezingen twee derde van de hogeropgeleiden is gaan stemmen, was dat bij praktisch geschoolden slechts 33%.

In de Professorenbuurt en het Houtkwartier nam het aantal uitgebrachte stemmen toe, maar in de buitenwijken daalde het juist massaal. In Leiden Noord met ongeveer 20%. In de Mors met 28%. En in Zuidwest zelfs met 33%.

De boodschap is helder: Grote delen van onze stad zijn massaal aan het afhaken. En dat legt een grote last op de schouders van ons allemaal. Van coalitie en oppositie, links en rechts, lokale en landelijke partijen. We moeten het vertrouwen herstellen.

Dat vereist dat we kanalen graven van de samenleving naar het stadhuis. We moeten de inwoners van de buitenwijken weer bereiken.

En daarvoor is een goede bereikbaarheid ook wel handig. Mijn college Ron Derogee heeft in de commissie zich daarom nadrukkelijk hard gemaakt dat als de schop in de grond gaat bij de Groote Vink de bereikbaarheid tijdens de werkzaamheden voldoende op orde blijft. Daar moet nu al goed over nagedacht geworden. In de commissie reikte hij al twee concrete oplossingen aan de wethouder aan: het openstellen van de busbrug tijdens de werkzaamheden en het sluiten van de Waddingerbrug tijdens de spits. We zijn blij dat de wethouder heeft toegezegd dat hij er alles aan goed doen om de bereikbaarheid op orde te houden tijdens de werkzaamheden. Bij het uitvoeringsbesluit gaan we daar met elkaar verder over in gesprek.

Waar we echter nog niet akkoord mee zijn is de participatie. In het raadsvoorstel valt te lezen dat de verdere participatie zich bij de hoofdonderdelen zal verplaatsen naar informeren. Dat willen we anders zien: onderwerpen als verkeer, ontsluiting, veiligheid, maar ook de bereikbaarheid zijn zo belangrijk voor de Stevenshof dat belanghebbenden ook bij de verdere uitwerking goed betrokken moeten worden. Niet om de kaders opnieuw te herzien, maar wel om deze daarbinnen verder uit te werken.   Daarom dienen wij samen met de SP een motie in die het college oproept om de participatie te verhogen naar het niveau ‘adviseren’ en om belanghebbenden ook bij de invulling van de bereikbaarheid tijdens de werkzaamheden te betrekken.