De rekening is al hoog genoeg: Geen verhoging van de lokale lasten

De rekening is al hoog genoeg. Door inflatie en energiecrisis zijn werkende huishoudens er ten opzichte van 2021 0,7% op achteruit gegaan. Tegelijkertijd stijgen de gemeentelijke heffingen juist enorm. Ook volgend jaar weer. Partij Sleutelstad is tegen deze lastenverzwaringen. In de gemeenteraad hebben we daarom een pakket aan besparingsvoorstellen ingediend om deze lastenverzwaring terug te draaien.

Fractievoorzitter Thijs Vos: “Alle lasten gaan omhoog. Woningeigenaren en bedrijven krijgen een nacalculatie voor de OZB. Hardwerkende Leidenaren die met de auto naar hun werk moeten gaan hogere parkeertarieven betalen. En alle Leidenaren krijgen een verhoging van de riool- en afvalstoffenheffing van bijna 20% voor de kiezen.”

Het college legt op deze manier de rekening van haar investeringsagenda bij de gewone Leidenaar. Partij Sleutelstad is daar op tegen.

Vos: “Leidenaren met een kleine en modale portemonnee zijn er door de hoge energierekening, de hoge huren en -huizenprijzen en steeds duurder wordende boodschappen al flink op achteruit gegaan. Daar moeten niet ook nog de lokale heffingen aan toevoegen.”

Vooral de verhoging van de rioolheffing met bijna 20% is Partij Sleutelstad een doorn in het oog. Deze heffing drukt vooral op de koopkracht van lage- en middeninkomens.

Om een nullijn voor de woonlasten te hanteren heeft Partij Sleutelstad vier besparingen voorgesteld: het schrappen van de Leidse Ring Noord, 1 miljoen bezuinigen op het Bio Science Park, een half miljoen op marketing en promotie, en het niet verlengen van het Leiden International Centre.  

Uiteindelijk stemden alleen Partij Sleutelstad en de VVD tegen de lastenverzwaringen. Van de coalitiepartijen was dit wel te verwachten, maar over de oppositie heeft Vos zich verbaasd: “ChristenUnie, Studenten voor Leiden en SP spreken net als ons zware woorden over de financiën en de lastenverzwaringen, maar geven geen thuis als er andere keuzes gemaakt moeten worden. Dan gaan ze gewoon mee met het college.”